Het verzwegen kind
Wim DuijstSchrijver David Ruleijn (52) stuit bij het leegruimen van de flat van zijn dementerende moeder Kuintje op een brief van justitie. De brief is gericht aan haar vader Willem Loenen, die Ruleijn nooit heeft gekend. Hij gaat op onderzoek uit en krijgt het strafdossier van zijn opa in handen. Wat hij daarin ontdekt is bijna niet te geloven. Het is zomer 1959. Kuintje Loenen, destijds 29 jaar en nog ongehuwd, woont samen met haar vader en haar jongere broertje Gijs in Bunschoten. Na de dood van zijn vrouw zoekt Loenen seksuele toenadering tot zijn dochter. Kuintje verzet zich, maar haar vader is sterker. Als ze zwanger wordt, doet hij er alles aan om dit verborgen te houden. Het pasgeboren kind doodt hij en hij hakt het lijkje in stukken. Met het strafdossier van zijn grootvader als uitgangspunt, schrijft Ruleijn een roman over schuld, boete en de morele dilemma's die de veroordeling met zich meebrengt voor de rechter, die zijn distantie tot deze zaak moet zien te bewaren. Wim Duijst woont in Utrecht, maar is opgegroeid in Spakenburg. Nadat zijn eerste twee boeken bij De Geus verschenen, publiceerde Wim in 2012 bij Uitgeverij Marmer de roman 'Zwijgend verleden'. Daarna volgden 'De engel van Spakenburg', 'Een man uit de krant' en de novelle 'Dood zaad'. Bunschoten-Spakenburg is een plek waar zijn romans vaak gesitueerd zijn, zoals ook het geval is bij 'Het verzwegen kind'